Om alle jongeren te bereiken die baat hebben bij hulp of begeleiding, talentontwikkeling en werken aan een toekomstperspectief, moet het jongerenwerk daar zijn waar de meeste jongeren zijn en waar zij het meeste van hun tijd besteden: op school.
In Amsterdam hebben we te maken met heftige jeugdproblematiek (op school, thuis en/of op straat), verharding van jongeren in het algemeen en criminaliteit onder jongeren die steeds zwaardere vormen aanneemt. De online leefwereld brengt naast kansen ook risico’s met zich mee. Dit leidt tot o.a. schooluitval, geen uitzicht op een positie op de arbeidsmarkt, verslavingen en psychische problematiek. Thema’s als (cyper)pesten, ronselen en seksueel overschrijdend gedrag zijn onderwerpen waar jongeren mee te maken krijgen die veel invloed hebben op hoe een jongere zich ontwikkelt en vormt.
Sinds 2021 werken de jongerenwerkorganisaties van Samen voor Jongeren Amsterdam op 34 vo-scholen. Het project is onderdeel van het programma Positief Perspectief vanuit de Gemeente Amsterdam afdeling Jeugd en afdeling Onderwijs en financiert het project samen met de Samenwerking voortgezet onderwijs Amsterdam-Diemen. Vanuit Nationaal Programma Onderwijs middelen is een uitbreiding en verlenging mogelijk gemaakt. Lectoraat Youth Spot van de Hogeschool van Amsterdam voert onderzoek uit naar het project.
Het jongerenwerk en veldwerk zijn in de sociale basis ontwikkelingsgerichte, preventieve samenwerkingspartners. Jongeren- en straathoekwerkers bieden jongeren perspectief, wanneer zij thuis of op school en werk vastlopen, beschermen tegen criminaliteit en uitval en zorgen voor veiligheid. Een sterkte sociale basis ‘jeugd’ is in alle buurten een noodzakelijke basisvoorziening. De jongeren- en straathoekwerkers vullen elkaar aan, werken samen en zetten zich in voor de jongeren die dat nodig hebben.
Alle jongeren tot en met 16 jaar gaan naar school. Het onderwijs geldt dan ook als een plek waar deze jongens en meiden te vinden zijn. Daarnaast is de stap van primair naar voortgezet onderwijs bij jongeren vaak spannend. Een deel van de 12 jarigen (brugklassers) heeft moeite om zich veilig te voelen en zich te positioneren binnen de voor hen nieuwe school.
Het jongerenwerk richt zich op preventie en zorgt voor een toename van vroegsignalering. Er ‘zijn’ terwijl de problemen nog niet echt aanwezig of groot zijn en een vertrouwensband opbouwen zonder dat er sprake is van crisis. Dat is de beste basis om jongeren te begeleiden.
Lectoraat Youth Spot van de Hogeschool van Amsterdam heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar samenwerkingspraktijken tussen jongerenwerk en vo-scholen. Daaruit blijkt dat jongerenwerk aan de volgende doelen kan bijdragen:
De jongerenwerkers pikken signalen vroeg op en kunnen het schoolpersoneel adviseren in bepaalde vraagstukken omtrent zorgen over de jongeren. Een voorbeeld hiervan is dat jongerenwerkers proactief contact opnemen met een mentor om te signaleren dat het opvalt dat een jongere veel ruzie heeft. De meerwaarde hiervan is dat zij op deze manier vroeg kunnen verkennen wat de jongere nodig heeft.
Jongerenwerkers hebben goed door wat er speelt in de leefwereld van jongeren. Als het gaat om zaken als messen, radicalisering en gevechten: jongerenwerkers zien en horen signalen en gaan vervolgens het gesprek aan met jongeren, schoolmedewerkers en ouders. Op die manier ondersteunen zij docenten bij het aanpakken van de problemen die naast het onderwijs spelen. Jongerenwerkers merken de sfeer op in school en in de wijk en grijpen in wanneer nodig. Vertrouwensrelaties worden opgebouwd tussen jongerenwerkers en jongeren en er worden eventueel activiteiten georganiseerd. Deze aspecten dragen bij aan een rustigere en betere sfeer op school.
Naast docenten en schoolmedewerkers zijn ook jongerenwerkers in gesprek met jongeren om hen inzicht te geven in gedrag rondom verzuim. Het effect is dat jongeren minder verzuim plegen dan voorheen.
De activiteiten en voorlichtingen worden in overleg met leerlingen en scholen georganiseerd. Wanneer wordt opgemerkt dat er veel snus rond school wordt gebruikt kan dat bijvoorbeeld onderwerp van een voorlichting zijn. Maar ook online risico’s of ex-criminelen die komen vertellen over hun leven samen met een agent. Voorbeelden van activiteiten zijn sport toernooien, samen koken of een uitje.
Jongerenwerkers brengen specifieke kennis en kunde mee vanuit hun kennis van en betrokkenheid bij de leefwereld van de jongeren. Ze zijn in staat om in een vrijblijvende sfeer contacten op te bouwen, pedagogische relaties aan te gaan en van daaruit gedrag te beïnvloeden en zorgsignalen op te pikken. Waar het onderwijspersoneel hun aandacht moet kunnen richten op vorderingen in de klas en ontwikkelingen op het gebied van schoolprestaties vanuit een controlerende functie, kunnen jongerenwerkers een meer gelijkwaardige relatie aangaan, op vrijwillige basis. Vanuit de pedagogische expertise kan het jongerenwerk het docententeam adviseren in de aanpak van individuele leerlingen en groepen leerlingen. Jongerenwerkers kunnen op verzoek docenten pedagogisch assisteren in lessen of bij groepsactiviteiten. De wens en behoefte van de leerlingen en van het docententeam zijn richtinggevend voor de invulling van het schooljongerenwerk.
Aanwezigheid in de pauzes op alle dagen van de week. Er zijn is belangrijk, maar de uitvoering van pauze-activiteiten kan ook een goed middel zijn voor de pedagogische relatie met leerlingen.
Divers aanbod van activiteiten, zoals pauzeactiviteiten, inloop, individuele begeleiding, voorlichtingslessen, groepsactiviteiten. Hierdoor vergroten weook de kans dat we veel verschillende jongeren bereiken.
Het meegaan met buitenschoolse activiteiten, schoolreizen of aanwezig zijn bij schoolfeesten is van belang voor de binding met jongeren.